Terug naar Kennisbank

Vijf jaar onderzoek naar loopkevers en wantsen op ‘nieuwe natuur’ aan de Muizendreef

(natuurgebied Visdonk, gemeente Rucphen)

Monitoring 2019-2023

Tekst en foto’s (voor zover niet anders vermeld) Vera Vandenbulcke Gerrit Groeneweg

Samenvatting

Sinds 2011 is de Vereniging Natuurmonumenten eigenaresse van het natuurgebied Visdonk (deels gemeente Roosendaal en deels gemeente Rucphen). Na de verwerving ervan voerde men een reeks ingrijpende werkzaamheden uit om zowel de natuurkwaliteit als de beleving van het gebied te optimaliseren. Die trend leidde in 2014 tot de plannen om twee aangrenzende percelen, met op dat moment nog een agrarische bestemming, in te richten als heide.
Eén van die percelen ligt aan de Muizendreef (gemeente Rucphen) en is onderwerp van dit rapport.

In dat kader is vanaf 2019 tot en met 2023 op dit terrein jaarlijks door middel van een gestandaardiseerde methode met bodemvallen een onderzoek uitgevoerd naar loopkevers en wantsen op dit stukje ‘nieuwe natuur’.
Opvallend is de grote soortenrijkdom op het landgoed Visdonk, dat geldt ook voor het terrein aan de Muizendreef.

Het onderzochte terrein is nog volop in ontwikkeling. Die ontwikkeling verloopt niet rechtlijnig, maar wordt ook sterk beïnvloed door wisselende klimatologische factoren, zoals het warme voorjaar in 2019, de hete en droge zomers van 2020 en 2021 en het natte voorjaar van 2023.

In de afgelopen vijf jaar zijn op dit kleine stukje natuurgebied niet minder dan 90 soorten loopkevers en 79 soorten wantsen gesignaleerd. Sommige eenmalig, enkele in grote hoeveelheden. Sommige namen in aantal toe, andere verdwenen er weer.

Opvallend is bijvoorbeeld de achteruitgang van de zespuntsnelloper (Agonum sexpunctatum) (afbeelding 12). In 2019 troffen we in onze bodemvallen 111 exemplaren van dit fraaie loopkevertje aan, in 2023 nog maar één! Niets wijst erop dat het diertje zich hier nog voortplant. Deze loopkever prefereert open plekken in natte heiden en enigszins vochtige en zon- geëxposeerde plaatsen. Verdichting van de begroeiing en verdroging van het terrein in de zomers van 2019 en 2020 lijken een voor de hand liggende oorzaak voor het verdwijnen van deze zon- en vochtminnende soort.

Zijn plaats wordt ingenomen door de gewone tandklauw (Calathus fuscipes), een vrij grote, somber zwart gekleurde loopkever, die dan juist sterk in aantal toeneemt. De gewone tandklauw is een soort die juist goed gedijt in droge heiden en schrale graslanden.

Achteruitgang valt er ook te bespeuren bij de basterdzandloopkever (Cicindela hybrida). In 2019 registreren we er 1.159 exemplaren. Dat aantal loopt snel terug: in 2023 tellen we er nog slechts drie stuks.
De basterdzandloopkever prefereert droog en open zand. Hier speelt niet zozeer de verdroging van het terrein een rol, maar veeleer het verdichten van de begroeiing. Liefhebbers van droge heide nemen zijn plaats in.

De samenstelling van de loopkeverpopulatie op het stukje ‘nieuwe natuur’ aan de Muizendreef laat dan ook duidelijk zien, dat het terrein droger wordt en dichter begroeid raakt.

Soms bevestigt het verdwijnen van een soort de gewenste ontwikkeling van het terrein. Dat is het geval met de akkerpriemkever (Bembidion lampros) (afbeelding 11). Dit is een soort van extensief bewerkte cultuurlanden en ruderale terreinen: een biotoop dat destijds van toepassing was bij het omzetten van landbouwgrond naar ‘nieuwe natuur’.

page3image38449536page3image38448576

Na herinrichting van het terrein aan de Muizendreef verschijnt er nieuwe begroeiing op het

page3image38448192

terrein, de waterhuishouding is veranderd en er vestigen zich nieuwe populaties insecten.

page3image38446080

Wij namen ons voor om die veranderingen gedurende een periode van vijf jaar te volgen.

3

Vijf jaar loopkevers en wantsen op nieuwe natuur aan de Muizendreef (natuurgebied Visdonk)

page4image38521088

Dat het gebied langzamerhand evolueert van een schaars begroeid, eerder ruderaal terrein, naar droge heide, blijkt ook uit de toename van de zwartpootheidebodemwants (Macrodema microptera) (afbeelding 26).

Wellicht hangt ook het verdwijnen van de voorheen massaal voorkomende invasieve tarwenysius (Nysius huttoni) (afbeelding 28) samen met die ontwikkeling van het gebied.

Een vergelijkbaar, maar uitgebreider, onderzoek is ook elders op Visdonk uitgevoerd, namelijk op een perceel ‘nieuwe natuur’ aan de Boswachtersdreef. Later dit jaar hopen we ook daarover te kunnen rapporteren.

Rest ons onze dank uit te spreken aan de Vereniging Natuurmonumenten, die het ons mogelijk heeft gemaakt dit onderzoek te doen.

verslag achter Elsten 2023 def(4 MB)

Kenmerken

Datum 2025 / 03
Afdeling Roosendaal
Publicatie Onderzoeksverslag
Thema Insecten

Dit is een kennisbank artikel van KNNV | Afdeling Roosendaal.

Bezoek de site