Tekst en foto’s: Erik Gruys
Sinds 2012 maken we elk jaar een excursie naar de kraanvogels. Het gaat om kraanvogels op herfsttrek die een periode van diverse weken blijven hangen in midden Noordwest-Duitsland.
Afkomstig uit de Scandinavische landen, Finland en Rusland, waar ze ’s zomers verblijven, gaan ze in de herfst uiteindelijk naar het zuiden, Spanje, Noord-Afrika.
Elk jaar
Waarom elk jaar? Omdat het een kort maar zeer plezierig uitje kan zijn om een combinatie van een aantal redenen:
1. De vogels zijn groot, ze vocaliseren luidruchtig en zijn soms met zeer grote aantallen van tienduizenden aanwezig. Sowieso maken kraanvogels een mens blij, maar bij grote aantallen is het ook een overweldigend spektakel.
2. Het mistige herfstlandschap kent een grote mate van schoonheid, waardoor men zeker als er ook kraanvogels zijn, of een hert voorbij rent, bijzonder getroffen kan worden.
3. Duitse hotels zijn meestal van redelijke kwaliteit, het eten is er betaalbaar en men is er echt even uit.
Er is wel een ‘maar’ en dat is dat Duitsers veel harder rijden dan wij gewend zijn. Langs wegen waar men 80 en tot 70 km mag rijden, gaat men veel sneller. Ziet men daar vlak langs de weg mooie kraanvogels, dan kan men absoluut niet stoppen. Men moet een klein landweggetje inrijden en hopen ze daar nogmaals te ontmoeten. Maar de vogels weten dat en blijven dan op afstand. Het is dan ook meestal lastig goede foto’s te maken en zeker van dichtbij.
Waar
Het gebied wordt door de meeste vogelaars herkend onder de naam Diepholz, maar we gaan meestal iets zuidelijker dan dat dorpje. Het is gemakkelijk te bereiken via de autoweg naar Bremen en dan circa 25 km na Osnabrück rechtsaf richting Damme en vervolgens langs de Dümmer See naar het achterland van de Dammer Berge. Er zijn daar moerassen waar de vogels ‘s nachts met de poten in het water kunnen slapen en grote ontgonnen gebieden waar maïs gekweekt is, waar de vogels overdag op de stoppels daarvan kunnen fourageren.
Meestal ziet men niet alleen kraanvogels, maar ook ganzen en grote zilverreigers of een koppeltje reeën.
Er is in het gebied een netwerk van landweggetjes, waar men tientallen kilometers kan rondrijden zonder een idee te hebben waar men is en waar men heen gaat. Het enige lastige element kan een groot landbouwvoertuig zijn of een andere vogelaar.
Individuele verschillen
De kraanvogels zien er als massa allemaal hetzelfde uit, maar al ras blijkt daar variatie in te zitten. Binnen de grote groepen vogels en daarbuiten komen familiegroepjes voor: twee oudervogels met de jongen van dat jaar. Vader en moeder verschillen vooral in grootte, de jongen zijn meer egaal grijsbruin van kleur.
Gaat men nader kijken dan zijn er detail-verschillen. Vooral de kopaftekening van de volwassen kraanvogel met zwart-wit en rood, kent diversiteit. En het meest opvallende is dan de variatie in oogkleur. Deze kan bruin zijn in verschillende tinten, tot licht geel. Soms is de iris wit en een enkele maal rood. Meestal ligt het oog binnen de zwarte aftekening van de kop, maar het kan een enkele maal opgenomen zijn in het witte veld. Dan is zeker ook het stuk huid dat het oog omgeeft minimaal aan de caudale zijde wit van kleur. Bekijkt men kraanvogelfoto’s op internet (zoek op common crane) dan blijkt een blekere oogkleur zeker niet zeldzaam te zijn.
Foto van drie kraanvogels. Het kopwit van de achterste vogel is iets meer uitgesproken en het bij behorende oog, dat bleek van kleur is, is in het wit opgenomen (uitsnede). Normaliter is het oog meestal van een donkere rand voorzien waardoor het bij een donkere kleur ervan niet opvalt.
Discussie
Een probleem van de internetfoto’s van kraanvogelogen is dat het gaat om scherpe foto’s die van dichtbij zijn opgenomen, veelal van exemplaren in gevangenschap. En daar zit net het probleem, omdat dan niet zeker is of het gaat om zuivere exemplaren van onze Grus grus. Op basis van de grijstinten van het kopzwart, zou het dikwijls kunnen gaan om kruisingen.
Bijvoorbeeld op de foto van (voor een herintroductieprogramma gebruikte) vogels in Schotland zijn te lichtgrijze nekken te zien, waardoor ze waarschijnlijk helaas niet zuiver zijn.
Überhaupt vliegen onze eigen Grus grus vrij over de aardbol en mogen kruisen waar ze willen. Een zekere mate van variatie zal er daarom altijd al inzitten.
Hoe dan ook, voorlopig blijven we genieten van de vogels, hun geluiden en grote aantallen. Behalve door vogels tijdens hun trekperiode in Duitsland te observeren, kunnen we kraanvogels tegenwoordig ook in het broedseizoen op enkele plaatsen in Nederland tegenkomen, zoals in het Fochtelooerveen en nabij Wierden. De mogelijkheden om deze majestueuze vogels te kunnen bestuderen zijn hierdoor aardig toegenomen.