Terug naar Kennisbank

Planten in de Kalkeifel

Het jaarlijkse (kampeer)weekend van de plantenwerkgroep ging in 2024 naar de Eifel. In een deel van de Eifel, een ruim gebied rond het stadje Blankenheim, komt een dik pakket kalksteen aan de oppervlakte, wat zorgt voor bijzondere leefomstandigheden voor planten en dieren. Het gebied staat daarom bekend als de Kalkeifel. De kalkrijke bodem maakt ook dat er al duizenden jaren lang mensen van de landbouw leven. Het is bovendien een heuvelachtig gebied, dat doorsneden wordt door tal van beken en riviertjes. Op de steilere hellingen en heuveltoppen liggen vandaag de dag de interessante natuurgebieden: kalkgraslanden en hellingbossen met hier en daar enkele uitstekende rotsen. Vooral de hellingen die op het zuiden gericht zijn kennen een extreem milieu, waardoor er bijzondere soorten planten kunnen gedijen. Het leuke aan de Eifel is bovendien dat, hoewel de meeste plantensoorten er ook tot de Nederlandse flora behoren, ze in de Eifel veel minder zeldzaam zijn. We kunnen ze dus veel makkelijker te zien krijgen en eens goed bekijken. In dit verslag worden alleen de meest bijzondere planten benoemd, maar de meeste ervan kun je terugvinden in de flora’s van Heukels of Eggelte. Dit is bijvoorbeeld het geval met alle 18 soorten orchideeën die we hebben gezien.

Zwartblauwe rapunzel

Omdat de Kalkeifel ook nog altijd een uitgestrekte regio is met vele interessante natuurgebieden, hebben we vier dagen voor ons bezoek uitgetrokken. Het weer was uitstekend: zonnig, maar met 18-20 graden aangenaam koel. Met enkele afmeldingen arriveerden twaalf deelnemers op donderdag 6 juni bij het plaatsje Stadtkyll, waar sommigen hun tenten opzetten en anderen hun pension of huisje betrokken. Dezelfde middag nog klommen we door het plaatselijke hellingbos omhoog. Al meteen werd de zwartblauwe rapunzel gezien, die in Nederland op het randje van uitsterven staat, maar die we dit weekend nog vaak zouden tegenkomen. Daarnaast was de bosbodem rijk begroeid met andere typische planten van kalkrijke bossen, zoals kranssalomonszegel, bosbingelkruid, knollathyrus, bolletjeskers, bosooievaarsbek, boswederik, boszegge en bosmuur.

Bloedooievaarsbek op het vlinderpad

De volgende ochtend vertrokken we al bijtijds naar Nettersheim, waar we het Urfttal in wandelden via het ‘vlinderpad’. Het aantal dagvlinders viel dit weekend weliswaar wat tegen, maar we zagen toch leuke soorten als dwerg- en klaverblauwtje, boswitje, bont dikkopje en diverse soorten parelmoervlinders. Het aantal plantensoorten in dit beekdal viel gelukkig niet tegen. Onder het gekoer van zomertortels zagen we onder meer bijzonderheden als paardenhoefklaver, wildemanskruid, geel zonneroosje, pijlbrem, bergklaver, liggend bergvlas, aardkastanje, kamzwartkoren en bloedooievaarsbek. Op een stenig hellinkje stonden nog ruige scheefkelk, echte gamander en kogelbloem, een verwant van ons zandblauwtje.

Dit was echter maar een voorproefje vergeleken bij onze volgende bestemming: het Gillesbachtal bij Marmagen. Dit magnifieke kalkgrasland staat vol met grote muggenorchis, vliegenorchis, grote keverorchis, bergnachtorchis, kleine pimpernel, bolrapunzel en gevlekt biggenkruid. Ook enkele late mannetjesorchissen bloeiden nog. Het talrijke wildemanskruid was al uitgebloeid, maar droeg natuurlijk zijn opvallende pluizenbollen. Het herfsttijloos wachtte geduldig op de nazomer. In de hellingbosjes in dit dal vonden we nog het bleek bosvogeltje (ook een orchidee), heelkruid (een eigenaardige schermbloem met een onregelmatig samengesteld scherm) en stofzaad, een plant zonder bladgroen die zijn voedingsstoffen met behulp van schimmels uit de afbraak van strooisel haalt.

Kalkgrasland bij Nettersheim met bolrapunzel (blauw) en paardenhoefklaver (geel) tussen bergdravik (de hoge grashalmen) en bevertjes.

Heuvels met tweehuizig rozenkransje

Zaterdag brachten we grotendeels door in het natuurgebied de Alendorfer Kalktriften. Onze route was een rondwandeling over de drie heuvels rond het dorpje Alendorf die deels begroeid zijn met kalkgrasland dat bespikkeld is met de voor schapen onsmakelijke jeneverbes. Op de Kalvarienberg met zijn weidse uitzicht bloeide de wilde akelei en het tweehuizige rozenkransje, dat in Nederland nu zeer zeldzaam is geworden. Daarnaast ook hier weer veel bolrapunzels, paardenhoefklaver, veldsalie, muggen- en keverorchissen, maar ook de poppenorchis. Verder zagen we nog duifkruid, kalkwalstro, kalkogentroost, esparcette, ruige weegbree en rozetten van de aarddistel. Op weg naar het restaurant in Ripsdorf brachten we nog een bezoek aan een klein kalkmoerasje, dat vreemd genoeg op de top van een heuvel lag. Hier was de begroeiing meer ingetogen, maar toch bijzonder genoeg: tussen het veenmos groeide onder meer kleine valeriaan, vlozegge en moeraskartelblad. De avondexcursie ging naar Steinbüchel, waar enkele bloemrijke akkers en een borstelgraslandje met onder ander valkruid en pijlbrem te vinden zijn.

Vogelnestjes (orchideëen)

Op de laatste dag ging de excursie naar het Seidenbachtal en de Froschberg, gelegen bij de plaats Blankenheim. Bij het parkeerplaatsje in het bos werden al meteen vogelnestjes gespot. Ik bedoel natuurlijk de bladgroenloze orchideeën, die ook weer van strooiselafbraak leven. Buiten het bos ontvouwde zich een ware bloemenzee. Teveel om op te noemen, maar hier vonden we nog meer bijzonderheden als kuifvleugeltjebloem, grote brunel, viltroos en wondklaver. Daarnaast ook opvallend veel walstrobremraap met zijn gastheerplanten geel en glad walstro en de centauriebremraap woekerend op de grote centaurie. En nog meer orchideeën: groene nachtorchis, hondskruid, bruinrode nachtorchis en aangebrande orchis. Al met al een bijzonder bloemrijk en leerzaam weekend.

Grote muggenorchis en vliegenorchis in het Gillesbachtal.

Kenmerken

Datum 2024 / 09
Publicatie Excursieverslag
Thema Planten

Dit is een kennisbank artikel van KNNV | Afdeling Zeist, Heuvelrug en Kromme Rijn.

Bezoek de site