Foto: Saxifraga Luc Hoogenstein
Vooral in de grote steden zijn veel huismussen verdwenen. De laatste jaren lijkt die achteruitgang gelukkig gestopt. Natuurinclusief bouwen krijgt steeds meer aandacht en het aanbieden van nestgelegenheden in steden lijkt zijn vruchten af te werpen. Maar dat alleen is niet genoeg voor de huismus. De hoeveelheid groen in steden neemt nog steeds af. Wil het herstel van de huismus doorzetten, dan moet dat veranderen.
In het Jaar van de Huismus kan iedereen meedoen om de kennis over de soort te vergroten. Hoe meer we weten, hoe beter we de huismus kunnen beschermen. Onderzoek vormt daarmee een belangrijk onderdeel van het Jaar van de Huismus.
Sovon zal verschillende onderzoeken uitvoeren, onder andere naar het broedsucces van de huismus. Tijdens de Nationale Tuinvogeltelling, die plaatsvindt in het laatste weekend van januari, roept Vogelbescherming iedereen op om extra uit te kijken naar de huismus. Ook wil Vogelbescherming zowel particulieren als bouwprofessionals aanzetten om bij de inrichting van de tuinen en het (ver)bouwen van de huizen rekening te houden met de huismus.
Een van de hoogtepunten van het Jaar van de Huismus wordt het onderzoek naar zijn mogelijkheden om te broeden. Waar nestelen huismussen graag? Huismussen zijn daarin bijzonder veelzijdig. Nesten worden gevonden onder daken, achter struiken, regenpijpen en zonneschermen. Ook maken huismussen veel gebruik van nestkasten en neststenen, die eigenlijk bedoeld zijn voor gierzwaluwen. Maar welke nestplaatsen zijn het meest populair? Met de telling ‘Waar huist de mus?’ hopen we daar meer over te weten te komen. Iedereen kan daar aan meedoen.
Het Jaar van de Huismus is een initiatief van Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland, in samenwerking met het Vogeltrekstation en huismusonderzoeker René Oosterhuis.
Bron: Vogelbescherming.nl