Zienswijze Ontwerpbestemmingsplan landgoed Vredenoord
Zowel de provincie Zuid-Holland als de natuurverenigingen KNNV Den Haag en Natuurlijk Delfland hebben een zienswijze ingediend over het ontwerpbestemmingplan landgoed Vredenoord.
De zienswijzen van de provincie en van de twee natuurverenigingen vertonen veel overeenkomsten omdat de provincie de bewaker en beschermer is van de provinciale natuurgebieden.
Dit landgoed ligt in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg van de gemeente Den Haag; ingeklemd tussen de Vliet, Hoornwijk en de A4. Sinds 2005 bestaan er plannen om de buitenplaats in oude glorie te herstellen. Onder het verwaarloosde bos bleek een oud ontwerp van Zocher te liggen, waar nieuw leven in werd geblazen. De gemeente Den Haag en provincie konden zich in dit plan vinden. Met de aanleg van Rotterdamse Baan en de Boogie-Woogie tunnel die vlak bij het landgoed boven de grond komt, werden de plannen in de ijskast gezet. Het voornemen van het Hoogheemraadschap om in dat gebied extra waterberging aan te leggen bevorderde het herstel ook niet. Ondertussen ontwikkelde zich naast de tennisbanen een essenbos.
Wet Ruimtelijke Ordening
Met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening werd Vredenoord als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur aangewezen. Het valt onder “beschermingscategorie 1 Natuur Netwerk Nederland”, dit betekent dat het landgoed van nationaal of internationaal belang is. Volgens artikel 4.1a Wet Ruimtelijke Ordening mag de gemeente geen wijzigingen in het bestemmingsplan voor het gebied aanbrengen die:
– de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden significant beperken,
– of leiden tot een significante vermindering van de oppervlakte, kwaliteit of samenhang van die gebieden.
Aan beide eisen wordt met huidige plannen voor de bouw van 15 dure villa’s en de kap van 463 bomen niet voldaan
Gerommel met einddoel Het huidige projectplan rommelt met de classificering van het gebied. Dit varieert van “open duin” tot “zoete plas”. Dit geeft weinig vertrouwen voor behoud van de natuur. Een oud landgoed met ook dode bomen, biedt immers veel schuilplaatsen voor vleermuizen en broedgelegenheid voor bosuilen en andere dieren.