De wilgen 2
In een vorige column ‘De wilgen 1’ heb ik een paar smalbladige wilgen besproken, maar nog niet de allersmalbladigste: de katwilg. Deze heeft heel lange smalle bladen, tot wel 20 cm. Het is eerder een struik dan een boom en hij wordt niet hoger dan 4 meter. In de griendcultuur werden deze wilgen niet geknot, maar tot op de grond afgekapt. De twijgen zijn zeer buigzaam en geschikt voor allerlei vlechtwerk. Kat is ook een woord voor gesel. Werden de soepele en sterke twijgen ook gebruikt voor tuchtiging?
Katwilg
Het blad van breedbladige wilgen wordt door veel mensen aanvankelijk, ook door mij, helemaal niet als wilgenblad herkend. Het lijkt sterk op appelblad, vooral het blad van de boswilg. Zoals de naam al zegt, groeit deze wilg inderdaad vaak in bossen en kan best wat droogte verdragen. Het is de enige wilg die zich niet laat stekken. Hij kan alleen uit zaad worden vermeerderd. De boom wordt maximaal 9 meter hoog. De boswilg vinden we uitsluitend op de zandgronden in Nederland. Mensen in de Randstad moeten hem al in de duinen gaan zoeken, anders zien ze hem nooit.
Breed blad boswilg
Omdat de boswilg redelijk tegen droogte kan, is dit de wilg die in Breda het vaakst is te vinden in de stad zelf: brandgangen, plantsoenen, braakliggende terreinen. De boswilg bloeit het vroegst van alle wilgen: in maart en dan met grote katten en dus met veel stuifmeel of nectar. Alle wilgen zijn eenslachtig: man of vrouw. Dat wist u toch?
Zo een bloei maakt de boom zeer waardevol voor een groot aantal vroeg vliegende soorten wilde bijen. Vaak is de aanwezigheid van één boom bepalend of die groep van bijen aanwezig is in een terrein. Voor degenen die ecologisch willen tuinieren in de stad, is de boswilg zeer aanbevolen.
Een andere breedbladige wilg die in Breda en in het Markdal zeer veel voorkomt is de grauwe wilg.
Het blad lijkt soms veel op dat van de boswilg, maar is veel kleiner. De grauwe wilg groeit meestal struikvormig en wordt minder hoog dan de boswilg: tot 6 meter. Ook dit is een waardevolle wilg voor wilde bijen, omdat de bloei wat later begint dan de boswilg en daardoor een paar weken langer doorloopt. Boswilg en grauwe wilg kruisen zeer makkelijk en persoonlijk denk ik dat in en rond Breda geen raszuivere ouder te vinden is. Je kunt dus in het veld eigenlijk alleen maar spreken van een boswilg-type of een grauwe-wilg-type, als je een naam wilt verbinden aan een bepaalde boom.
Grauwe wilg
De kleinste van alle wilgen in Nederland is de kruipwilg. In de buurt van de poolcirkel kan men wilgen aantreffen die nog kleiner zijn en extreem langzaam groeien. Daar groeien bomen van 100 jaar oud met een stam van 10 cm doorsnee. Daar kun je dus heel mooi speelgoed van maken.
Kruipwilg
Omdat de kruipwilg kruipt, wordt hij niet hoog: tot een meter in de schaduw, maar blijft in de zon lager. Het is een pionier van schrale grond, dus vaak zandgrond. Het blad is klein en zeer variabel; vaak zilvergrijs waardoor het struikje zeer decoratief is. Omdat het nog meer dan andere soorten wilgen, in extreme omstandigheden kan overleven, is het voor enkele soorten zeldzame wilde bijen vaak de enige voedselbron.
Alle bovengenoemde wilgen kan men aantreffen in de natuurtuin bij Wolfslaar in Breda.
Tekst en foto’s: Aad van Diemen