De aanwezigheid van de wolf leidt in Nederland tot hevige discussies. Zowel fanatieke tegen- als voorstanders gebruiken daarbij soms argumenten die niet of niet helemaal kloppen. Met de hulp van wolvenkenner Glenn Lelieveld ontkracht de redactie van Natura zeven misvattingen.
Tekst Koen Moons Foto Saxifraga | Bart Vastenhouw
1
De wolf is in Nederland uitgezet
‘Dat de wolf hier zou zijn uitgezet, is voor veel mensen een heel logische aanname’, zegt Glenn Lelieveld, tot voor kort medewerker van de Zoogdiervereniging en daar nog steeds bij het wolvendossier betrokken. ‘Het is een fenomeen dat natuurfilosoof Martin Drenthen ook beschrijft in zijn boek Hek. Mensen kunnen zich er niets bij voorstellen dat in ons cultuurlandschap, waarin alles tot in de puntjes door de mens geregeld is, er zomaar een wilde wolf de grens over kan steken. Dat kan gewoon niet, die moet wel uitgezet zijn, is de gedachte. Toch is hij echt zelf gekomen. We hebben als Zoogdiervereniging samen met partners in de Benelux en Duitsland een online kaart gemaakt waarin je per tijdsperiode de verspreiding van wolven vanuit Oost-Europa kunt zien. Dat geeft mensen veel meer inzicht in hoe dat dus kan lopen en hoe zo’n diersoort uiteindelijk ook Nederland heeft kunnen bereiken.’
Een veelgehoorde verklaring voor die plotse verspreiding naar het westen is het neerhalen van het IJzeren Gordijn. In werkelijkheid ging het daarbij niet om de fysieke barrière die werd geslecht. ‘Het is gewoon het wegvallen van de jacht. Eerder kregen mensen daar nog een premie als ze wolven schoten, maar doordat landen uit het voormalig Oostblok bij de EU kwamen, kregen de wolven betere bescherming. Dat is bepalend geweest’, aldus Lelieveld.
De verspreiding van de wolf door de jaren heen is te zien op Wolvesmap.zoogdiervereniging.nl.
2
De wolf is een moordlustig dier
Aan één schaap heeft een wolf al een goede maaltijd, maar toch liggen vaak meerdere gedode of gewonde schapen in een wei. Gewoon moordlust dus, roepen de tegenstanders van de wolf dan. ‘Maar het is puur instinctief gedrag van een wolf om bewegende prooi te doden. Als hij een schaap heeft gepakt en er rent een ander schaap langs, pakt hij die ook. Datzelfde gedrag vertoont een vos in een kippenren’, geeft Lelieveld als verklaring. Vaak wordt beweerd dat de wolf dat doet om een voorraad aan te leggen, maar volgens Lelieveld is dat niet aannemelijk. ‘Over intenties van dieren weten we niet zoveel, we kunnen het hem niet vragen. Maar het is eigenlijk helemaal niet logisch en niet in het belang van de wolf dat hij dat zou doen. Het kost hem immers onnodig veel energie, het duurt veel langer voor hij aan het eten kan beginnen en de kans dat in de tussentijd iets gebeurt waardoor hij wordt verstoord, is groter. Als het dier puur rationeel zou handelen, is het veel handiger om het bij dat ene schaap te houden, maar het volgt zijn instinct.’ In zekere zin hebben we hier te maken met onnatuurlijk gedrag. Niet van de wolf, maar van de schapen. ‘We hebben ze zo doorgefokt dat ze niet heel bang zijn voor honden, maar dat betekent dat ze ook doodleuk komen kijken als een wolf een ander schaap aanvalt. Als de wolf een edelhert grijpt, staat de rest van de groep een kilometer verderop.’
3
Wolvenbeheer (lees: afschieten) voorkomt schade
Schieten is geen oplossing bij een dier dat zo mobiel is en zo’n levenscyclus heeft’, zegt Lelieveld stellig. ‘Dieren van net over de grens kunnen het territorium zo weer innemen. Jongen kunnen na één of twee jaar zelf alweer jongen krijgen, dus afschieten is echt geen duurzame oplossing voor schade. Als je zegt dat in een bepaald gebied maximaal tien wolven mogen leven en alles daarboven geschoten moet worden, dan heb je nog steeds die tien wolven die schade aan landbouwhuisdieren kunnen veroorzaken en moet je dus evengoed preventieve maatregelen nemen. En als je goede maatregelen hebt genomen, waarom zouden die nummer elf, twaalf of dertien dan nog een probleem zijn?’ Onderzoek in Amerika liet zelfs zien dat na drastisch ingrijpen in de wolvenpopulatie (nadat een nieuw gekozen president de bescherming van de wolf sterk had ingeperkt) de aanvallen op vee juist toenamen. Onervaren jonge wolven die hun ouders waren verloren, gingen buiten de natuurgebieden op zoek naar makkelijke prooi.
4
Door de wolf is geen wildbeheer meer nodig
Vooral mensen die tegen de jacht zijn, concluderen nogal eens dat wildbeheer nu echt niet meer nodig is. Maar ook dat kun je niet zo stellen, vindt Lelieveld. ‘Het ligt er helemaal aan wat je doel van dat
wildbeheer is. Vaak is dat verkeersveiligheid, voorkomen van schade aan landbouw of bosbouw. Het kan wel zijn dat er door aanwezigheid van de wolf op sommige plekken minder schade is, maar dat komt doordat de herten allemaal ergens anders zijn, niet doordat er in totaal minder zijn.’ Lelieveld verwijst naar een studie in een natuurgebied bij Dresden waar dertig jaar lang onderzoek gedaan is naar de populatieontwikkeling van wild. ‘Toen daar de wolf verscheen, had dat nauwelijks invloed op de aantallen, wel op het gedrag.
Edelherten zaten meer in groepen bij elkaar, ze zochten voor de bevalling de veiligheid van de groep op en zwijnen kregen veel meer jongen. Het hoofdaandeel van het voedsel van de wolf is namelijk jonge biggen. Daarvan werden er meer gepakt door de wolf, maar er bleven er evenveel over die uiteindelijk aan de reproductie meededen. Datzelfde geldt voor edelherten. De wolf pakt vooral de zwakke dieren die sowieso niet de winter hadden overleefd en het volgende jaar dus sowieso niet aan de reproductie hadden meegedaan.’
5
Paarden en koeien staan niet op het menu van de wolf
‘In Noord-Amerika jagen wolven op bizons, in Mongolië op przewalskipaarden, dus ze kunnen echt wel koeien of paarden aan’, weerlegt Lelieveld ook deze misvatting. ‘Ze kiezen wel het liefst voor een makkelijke prooi, maar daarbij gaat het niet zozeer om de grootte, meer om een lage weerbaarheid. Bij onze wilde hoefdieren gaat het dan om ree en zwijnenbiggen. Veulens of pinken die zonder volwassen dieren in een wei staan, lopen bijvoorbeeld ook meer risico. Drachtige koeien zijn ook minder weerbaar. Dat geldt evengoed voor zware vleeskoeien die maar langzaam kunnen bewegen. Er is in Vlaanderen een geval geweest waarbij een wolf happen uit een vleeskoe heeft genomen die gewoon nog leefde, een heel luguber tafereel. Geiten worden daarentegen bijna nooit gepakt. Van hun grootte moeten ze het niet hebben, maar ze gaan wel rechtop staan en stormen op een wolf af om een kopstoot te geven. Dan kiest een wolf toch liever voor de makke schapen die bij de buren staan.’ Geregeld wordt beweerd dat ezels een goede beschermer zijn voor schaapskuddes, maar ook deze hoefdieren vormen een potentiële prooi. ‘In Pakistan zijn ezels zelf het prioritaire voedsel van de wolf. Het zijn wel weerbaardere dieren dan schapen, ze kunnen een flinke trap geven met hun hoeven. Maar als bescherming van schapen zal dat niet veel doen. Grote kans ook dat ze gescheiden in de wei gaan staan.’
6
Dierhouders kunnen eenvoudig hun dieren beschermen
Schapenhouders moeten ‘gewoon’ hun dieren beschermen, dan is het opgelost, is vaak de teneur in pro-wolf-groepen op Facebook. Al vindt Lelieveld dat elke dierhouder voor beschermingsmaatregelen zou moeten kiezen, eenvoudig is het volgens hem zeker niet. Aantrekkelijk ook niet altijd. ‘Er kan bij het afrasteren met wolfwerende rasters altijd wat fout gaan, bijvoorbeeld doordat er oneffenheden in het terrein zitten en het raster op bepaalde plekken te hoog boven de grond komt te hangen. Dat heeft een dierhouder niet altijd door. We deden eens een pilot met een welwillende schapenhouder in Drenthe die op zich niet blij was met de wolf, maar graag meewerkte aan beschermende maatregelen. Bij hem is de wolf meerdere malen toch onder het raster door gekomen. Vervolgens is de organisatie Animal Rights een rechtszaak tegen hem begonnen omdat hij zijn schapen aan de wolven zou voeren. Met dat soort acties haal je het draagvlak voor wolfwerende maatregelen natuurlijk onderuit.’ Ook helpt het beleid niet altijd om dierhouders te stimuleren goede beschermingsmaatregelen te nemen. ‘De kosten van maatregelen worden wel vergoed, maar dat is eenmalig maximaal 25.000 euro. Als je op verschillende plekken schapen hebt grazen, kan dat een probleem zijn’, zegt Lelieveld. ‘En dat is dan vergoeding voor de materialen, maar ze zijn ook anderhalf tot twee keer zoveel tijd kwijt. Terwijl je ook zonder maatregelen schadevergoeding krijgt bij een wolvenaanval, en dat is soms meer dan de slachtprijs. De wolvencommissie van provincie Gelderland, waar voornamelijk agrariërs in zitten, heeft daarom zelf gevraagd om alleen te vergoeden als er basismaatregelen zijn genomen, zoals dat ook in Duitsland is geregeld. Maar de politiek wil daar niet aan.’
7
De wolvenpopulatie zal oneindig groeien
Ze fokken als konijnen en hebben geen natuurlijke vijanden, dus zonder ingrijpen blijft de populatie oneindig groeien, klinkt het vaak. Ook dit is een misvatting. ‘Wolven zijn heel territoriaal en hebben, afhankelijk van de hoeveelheid voedsel, een groot gebied nodig’, zegt Lelieveld. ‘Als het er te veel worden, worden nieuwe wolven verjaagd. Buiten de natuurgebieden hebben ze een grote kans om aangereden te worden, dat is in Nederland doodsoorzaak nummer één. Ook worden veel wolven gedood door de eigen soort bij gevechten om een territorium. Bovendien krijgen wolven als een leefgebied verzadigd is minder jongen. In het gebied in Dresden was dat op een gegeven moment nul, één of twee welpen. Ter vergelijking: in Vlaanderen is dat bijvoorbeeld nu nog elf jongen per worp. Dus de groei remt vanzelf.’
Bronnen
Bij12.nl/wolf
Wolvesmap.zoogdiervereniging.nl
dbb-wolf.de/home
tu-dresden.de: untersuchungen am schalenwild im wolfsgebiet der oberlausitz und schlussfolgerungen zu dessen hege und jagdlicher bewirtschaftung
Wielgus, R & Peebles, K (2014), Effects of Wolf Mortality on Livestock Depredations, 2014