Op deze wandelroute is er veel gelegenheid om iets te ontdekken van de geologie van het gebied. De route voert in zijn geheel over het stuwwallenlandschap ten noorden van Steenwijk. We passeren het Geologisch Monument Wolterholten en kunnen daar een bezoek aan brengen. Verderop komen we langs twee pingoruïnes. We wandelen over de top van de Woldberg, met 26 m het hoogste punt van de stuwwallen rond de Steenwijker Aa. Bij Baars hebben we uitzicht over een glooiend landschap dat doet denken aan Zuid-Limburg. Voor meer informatie over de geologie van deze omgeving: kijk op deze website bij LinksStartpunt:
Neem op de A32 afrit 7, Steenwijk Noord, en aan het einde van de afrit richting Steenwijk. Op de rotonde de eerste afslag, richting Oldemarkt. Na 600 m op een kruising in Witte Paarden rechtsaf. Rijd zoveel mogelijk rechtdoor en steek de spoorlijn en de snelweg over. Op 50 m voorbij de snelweg bevindt zich rechts een parkeerplaats, ’t Pennekaampie. Dit is ons startpunt.
Routebeschrijving:
– Loop terug, steek de snelweg over en ga linksaf, Wolterholten (1). Vanaf 20 april is hier het gezang van de nachtegaal te beluisteren vanuit het struikgewas, maar ook veel andere vogels laten zich horen. Na 400m passeren we Geologisch Monument Wolterholten (2). Het is de moeite waard om hier even een kijkje te nemen. Aan het einde van de Wolterholten linksaf.
– Bij de wegsplitsing houden we links aan en gaan onder de snelweg door. Bij de paaltjes B42 en B41 rechtdoor en bij paaltje B40 rechtsaf, Kruithofsmenning. We blijven dit brede pad volgen, eerst met een bocht naar links en dan met een bocht naar rechts (flauwe bochten niet meetellen). Na die laatste bocht lopen we langs een rij grote beuken. Bij de zesde beuk linksaf. Aan het einde rechtsaf.
– We passeren een bank met daar tegenover een moeras in een pingoruïne (3). In het water bij de bank groeit veel waterdrieblad (bloeitijd: mei-juni). Bij paaltje B48 rechtdoor. De hei staat hier in augustus mooi in bloei. We passeren een diepe kuil, waarschijnlijk een tweede pingoruïne. Bij een splitsing houden we links aan. We lopen zoveel mogelijk rechtdoor en komen langs een huis aan de rechterkant. We steken een fietspad over en gaan meteen rechtsaf, een brede zandweg tussen hoge beuken.
– Na 150 m nemen we het eerste pad scherp linksaf en passeren een oranje bordje van Staatsbosbeheer. Van hieraf klimmen we naar de top van de Woldberg. Op een vijfsprong bij een bank houden we iets links aan (dus niet langs de bank). Het pad voert verder omhoog door een “holle weg”. We komen uit op de top van de Woldberg met rechts het hoogste punt en links een informatiebord en een bank met uitzicht op de toren van Steenwijk.
– We blijven rechtdoor lopen tot we uitkomen bij de bosrand. Hier rechtsaf. Na 30m rechtsaf, een smal bospad. Op het nu volgende gedeelte kunnen we in het vroege voorjaar hier en daar bosanemonen in bloei zien. Negeer een afslag naar rechts. Aan het einde van het pad linksaf. Opnieuw een afslag naar rechts negeren. We blijven de bosrand volgen tot we uitkomen op de verharde weg. Hier linksaf. Let op het glooiende landschap, het lijkt Zuid-Limburg wel (helaas beneemt de maïs soms het uitzicht). Aan het einde van de weg linksaf. Op de driesprong rechtdoor. Na enkele honderden meters zijn we weer op de parkeerplaats.
1. De route gaat door een heuvelachtig gebied op een stuwwal. Deze stuwwal is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, zo’n 200.000 jaar geleden. Het ijs dat uit Scandinavië afkomstig was, schoof als een immense wals over het landschap en duwde daarbij de bovenste grondlaag voor zich uit en opzij. Eén zo’n ijslob vormde het dal van de Steenwijker Aa. De voorkant van die lob reikte tot aan Steenwijk. Nadat het ijs zich had teruggetrokken bleef een U-vormige stuwwal achter. Op de zuidoostelijk poot van die U vinden we de Bisschopsberg en de Havelterberg. De noordwestelijke poot strekt zich uit vanaf Steenwijk via de Woldberg naar de Eese. Onze wandeling gaat helemaal over deze noordwestelijke poot. Dat het terrein sterk glooit zien we al meteen langs de Wolterholten. De spoorlijn en de snelweg zijn diep uitgegraven in een uitloper van de Woldberg om een rechte baan te kunnen aanhouden.
2. Toen in 1988/1989 de snelweg werd aangelegd kwamen bij de graafwerkzaamheden veel stenen tevoorschijn. Deze stenen zijn afkomstig uit Scandinavië en door het ijs meegevoerd. Na het smelten van het ijs bleven de stenen achter in een mengsel van leem en keien, het keileem, waarmee een groot deel van de stuwwal is bedekt. Vooral in de omgeving van Steenwijk zijn talrijke keien achtergebleven. Een deel van de grote keien die bij de graafwerkzaamheden werden aangetroffen, is verzameld en bij elkaar gebracht in het Geologisch Monument Wolterholten. De keien zijn genummerd en men heeft geprobeerd te achterhalen uit welk deel van Scandinavië elke steen afkomstig is en van welk materiaal deze is samengesteld. Het monument is aangelegd op het erf van een voormalige boerderij. In verband met de aanleg van de snelweg moest de boerderij worden afgebroken, maar de leilindes zijn nog aanwezig. De tuin van de boerderij wordt nu beheerd als heemtuin. Tuin en monument worden verzorgd door de werkgroep Wolterholten van KNNV-afdeling De Noordwesthoek.
3. Een pingoruïne is het overblijfsel van een pingo, een bolvormige heuvel die gevormd wordt op plaatsen waar de grond het hele jaar door bevroren blijft. Pingo’s worden ook nu nog gevormd in het hoge noorden van bijvoorbeeld Canada of Siberië, in toendragebieden waar de grond permanent bevroren is. In ons land is geen sprake meer van permafrost en vindt dus ook geen pingovorming meer plaats. De pingo’s in ons land dateren van 25.000 tot 19.000 jaar geleden, een kort tijdperk gedurende de laatste ijstijd, toen de omstandigheden voor pingovorming ideaal waren.
Een pingo onstaat op plaatsen waar kwelwater naar boven komt en tegen de bevroren bovenlaag botst. Daar bevriest dit water en zet daarbij uit. De grond wordt daardoor een klein stukje omhoog geduwd. Aangezien dit een proces is dat zich telkens herhaalt, ontstaat een lensvormige ijslaag waarbij de grond steeds verder omhoog geduwd wordt en geleidelijk een heuvel ontstaat, die tenslotte een doorsnee van enkele tientallen tot enkele honderden meters kan hebben. Zodra de grondlaag bovenop de lens ontdooit in de zomer of aan het einde van de ijstijd, begint deze naar beneden te schuiven. Rondom de ijslens ontstaat zo een wal. Als aan het einde van de ijstijd het ijs gesmolten is, resteert een ringvormige wal met daarbinnen een meer(tje). De pingo bestaat dan niet meer en we spreken nu van een pingoruïne. Na opwarming van het klimaat groeit het meer dicht en onstaat een moeras waar veenvorming plaatsvindt. Dat is het stadium dat we tijdens onze wandeling bij de eerste pingoruïne zien.
Wandeltip Wolterholten – Woldberg, 6 km -Theo van de Graaf