Welke hommel zie ik?

Hommels zijn de meest bekende wilde bijen. We kennen allemaal de grote harige zoemers die vroeg in het voorjaar in de tuin vliegen.
Hieronder zes hommelsoorten die veel in de tuin voorkomen en je makkelijk herkent.
De kleur van de punt van het achterlijf is een makkelijkste kenmerk is, er zijn drie soorten met een wit kontje en drie soorten met een gekleurd kontje.

Aardhommel

Aardhommel

Dit is de meest bekende hommel en valt in het voorjaar het meeste op. Aardhommels hebben een gele ring op het borststuk en achterlijf, bovendien is het laatste deel van het achterlijf is opvallend wit. Ze nestelen onder de grond in bijv. een muizenhol. Soms ook in spouwmuren waar isolatiemateriaal in zit.
Vliegperiode: maart – oktober

Tuinhommel



Tuinhommel

De tuinhommel is een grote hommel die in tuinen te zien is waar bloemen met diepliggende nectar te vinden zijn. De tuinhommel herken je vooral aan twee duidelijk gele banden op het borststuk, waarvan de tweede gele band doorloopt naar de gele beharing aan het begin van het achterlijf. Ook heeft het diertje een achterlijfspunt die wit behaard is. De kop is lang en zwart behaard. Nestelt op of net onder de grond.
Vliegperiode: maart – september

Boomhommel

Boomhommel

De boomhommel heeft borststuk dat helemaal oranjebruin behaard is. Het achterlijf is zwart, met een wit laatste deel. De koninginnen vliegen al vroeg in het voorjaar rond. Ze zijn veel te zien in stedelijke omgeving. Ze bewonen nestkastjes waar het vogelnestje niet uit is verwijderd.
Vliegperiode: februari – augustus

Akkerhommel



Akkerhommel

Deze middelgrote hommel herken je aan een roodbruin behaard borststuk. Die kleur herhaalt zich aan het eind van het achterlijf. Ze houden van bloemrijke gebieden met lage begroeiing. Hun nest maken ze onder grote graspollen of in mostapijten.
Vliegperiode: maart – oktober

Weidehommel



Weidehommel

De weidehommel is soms al heel vroeg in het jaar actief. Na half juli zie je hem niet meer. De weidehommel heeft een gele ring op het borststuk en een oranjerood eind van het achterlijf. De kop en het borststuk van het mannetje is geheel geel behaard.
Vliegperiode: februari – oktober

Steenhommel



Steenhommel

Het achterlijf van de steenhommel is roodbehaard, de rest van het lijf is zwartbehaard.
Deze hommel blijft tot laat in het jaar actief. Ze leven in open landschappen en tuinen. Ze nestelen vaak in de grond.
Vliegperiode: maart – september