In het najaar (26 augustus – 2 oktober) van 2021 werden alle (negen) begraafplaatsen in de Gemeente Epe bezocht op zoek naar (wilde / verwilderde) planten. In de groenstroken tussen de graven groeien tussen het gras verschillende soorten wilde planten. Op de graven staan vooral eenjarige wilde planten en verwilderde planten, die oorspronkelijk op de graven zijn aangeplant, maar inmiddels een eigen leven zijn gaan leiden.
In de boomsingels gaat het om opslag van aangeplante bomen en struiken, en om opgeslagen ruigte planten ertussen. Vaak is er een overlap bij de oorsprong van de planten.
In de grasstroken gaat het vaak om planten die zich gemakkelijk door uitlopers vermenigvuldigen. Door het veelvuldig maaien krijgen andere planten hier minder kansen. Op de graven zijn het vaak planten die opslaan uit zaad. In de boomsingels is vaak sprake van wortelopslag of verruiging. Aangeplante planten, bomen en struiken werden niet genoteerd, maar zodra er in de omgeving door zaad of door het uitlopen van wortels uitbreiding plaats vindt, wordt de soort wel meegeteld. Dat is natuurlijk aan discussie onderhevig, en dan telt (in dit geval) het oordeel van de waarnemer.
Op een aantal begraafplaatsen laat men bij het maaibeheer stroken met de aanwezige wilde planten opzettelijk staan. Ook worden hier en daar stroken / randen ingezaaid met zaad van bloemrijke planten. Mogelijk een welkome aanvulling voor het insectenleven. Helaas worden daartussen ook soorten aangetroffen die in de onmiddellijke omgeving niet in het wild voorkomen.
Omdat deze inventarisatie in het najaar is uitgevoerd, ontbreken diverse vroegbloeiende soorten. Pinksterbloem is soms wel in rozet-vorm aanwezig. Maar soorten als Vroegeling en Speenkruid zijn nu niet aangetroffen, hoewel ze er in het voorjaar waarschijnlijk wel zullen staan.